Hoe wordt omgegaan met de afkoop van niet opgenomen vakantiedagen bij beëindiging van het dienstverband indien het bezoldigingsmaximum wordt overschreden?
De afkoopsom van niet-opgenomen vakantiedagen wordt als hoofdregel aangemerkt als bezoldiging. Dat geldt ook als de afkoopsom bij beëindiging van het dienstverband wordt uitbetaald.
Voor zover de uitbetaling van een dergelijke afkoopsom tot overschrijding van het bezoldigingsmaximum leidt of kan leiden, zijn er drie manieren om een dergelijke overschrijding te voorkomen dan wel toelaatbaar te laten zijn of te maken voor de WNT:
- De topfunctionaris neemt de resterende vakantiedagen vóór het einde van het dienstverband op (dit voorkomt dat er af te kopen resterende vakantiedagen zijn), of
- Delen van de afkoopsom voor niet-opgenomen vakantiedagen worden, voor zover toegestaan door de WNT, toegerekend aan de bezoldiging van eerdere kalenderjaren (artikel 3, tweede lid, Uitvoeringsregeling WNT), of
- De WNT-instelling maakt gebruik van de (met ingang van kalenderjaar 2019 bestaande) mogelijkheid die de WNT biedt om de afkoop van een deel van de resterende vakantiedagen bij beëindiging van het dienstverband niet als bezoldiging aan te merken, namelijk voor twee categorieën aanspraken:
- Niet-opgenomen wettelijke en/of niet-wettelijke vakantiedagen die in de twaalf kalendermaanden voorafgaand aan het einde van het dienstverband zijn opgebouwd en niet zijn vervallen. Dit aantal mag maximaal viermaal de overeengekomen arbeidsduur per week zijn, of
- Oudere, niet-opgenomen wettelijke vakantiedagen:
- die na het verstrijken van de zogenoemde wettelijke vervaltermijn niet zijn vervallen, omdat de functionaris ze, aantoonbaar, redelijkerwijs niet heeft kunnen opnemen binnen de gestelde termijn vanwege bijzondere omstandigheden én
- waarvan op het moment van het einde van het dienstverband ook de zogenoemde wettelijke verjaringstermijn niet is verstreken, waarbij (in tegenstelling tot bij de hierboven onder het eerste bullet bedoelde vakantiedagen) geen maximum geldt voor het aantal vakantiedagen dat op deze manier mag worden afgekocht zonder gevolgen voor de WNT.
Het ligt voor de hand (gelet op de hoofdregel dat de afkoopsom bezoldiging is) dat eerst wordt nagegaan of resterende vakantiedagen kunnen worden opgenomen (methode 1) dan wel of delen van de afkoopsom voor resterende vakantiedagen eventueel aan de bezoldiging van eerdere kalenderjaren kunnen worden toegerekend met toepassing van artikel 3, tweede lid, Uitvoeringsregeling WNT (methode 2). Pas als deze methoden geen of onvoldoende resultaat opleveren, ligt het voor de hand dat de keuze voor het buiten de WNT-bezoldiging houden (methode 3) wordt overwogen. De WNT schrijft deze volgorde echter niet voor. Tussen deze verschillende methoden om een overschrijding te voorkomen geldt formeel geen voorrang. Het staat de WNT-instelling dus vrij om zelf een andere volgorde te kiezen.
Let op! De afkoopsom wordt aangemerkt als ontslaguitkering voor zover het om tijdens vrijwillige non-activiteit opgebouwde vakantiedagen gaat en de afkoopsom vanwege bovenomschreven vrijstelling niet als bezoldiging wordt aangemerkt.
Zie voor meer informatie over de toepassing van en controle op de vakantiedagenregeling bij beëindiging van het dienstverband het “Stappenplan toepassing vakantiedagenregeling WNT bij beëindiging dienstverband.”